De investeringskosten bestaan in ieder geval uit kosten voor:
- Turbines en funderingen (ca. 70% van de totale kosten)
- Elektrische infrastructuur en netaansluiting
- Civiele werken (bouwvoorbereiding en ontsluiting)
- Ontwikkelingskosten (onderzoeken en adviezen)
- Leges en vergunningen
Daarnaast kunnen kosten gemaakt worden voor:
- Eventuele voorkomende planschade-uitkering of compensatie-uitkering
- Investeren in landschapsontwikkeling
- Opruimen bestaande turbines (saneren)
- Stimuleren van participatie
De kosten verschillen per locatie. Bijvoorbeeld door de afstand tot de netaansluiting. Door de toegankelijkheid van het terrein. Door de complexiteit van de voorafgaande onderzoeken. En ook door de verschillen in kosten voor bouwleges, die per gemeente zijn vastgesteld.